Terug
Gepubliceerd op 27/12/2019

2019_GR_00277 - Wijziging toelage tweede pensioenpijler contractanten - Beslissing

gemeenteraad
do 19/12/2019 - 20:30 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Siebe Ruykens, Luc Deconinck, Bart Keymolen, Jan Desmeth, Gunther Coppens, An Speeckaert, Herwig Smeets, Paul Defranc, Marleen De Kegel, Jean Cornand, Annie Mathieu, Kathleen D'Herde, Georgios Karamanis, Lydie De Smet, Eddy Longeval, Michel Miedzinski, Guy Jonville, Nicole Billens, Gust Crabbe, Raimondo Palermo, Godefroid Pirsoul, Ann De Ridder, Brahim Harfaoui, Olivier Huygens, Natacha Martel, Veerle SerĂ©, Jeroen Tiebout, Betty Willems, Jeroen Steeman, Walter Vastiau

Afwezig

Aurore Vanden Meersche

Verontschuldigd

Wim Peeters

Secretaris

Walter Vastiau

Voorzitter

Siebe Ruykens
2019_GR_00277 - Wijziging toelage tweede pensioenpijler contractanten - Beslissing 2019_GR_00277 - Wijziging toelage tweede pensioenpijler contractanten - Beslissing

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0002

Aanleiding en motivering

Met ingang vanaf 1 januari 2010 voerde de gemeenteraad een aanvullend pensioenstelsel in voor al zijn contractuele personeelsleden en verklaarde zich akkoord met het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat op 9 december 2009 op het Vlaamse Comté C1 onderhandeld werd. De pensioentoelage bedraagt sinds 1 januari 2010 1 % van het pensioengevend jaarloon.
De gemeenteraad keurde het bestek, opgemaakt door de Federale Pensioendienst/ DIBISS in haar hoedanigheid van opdrachtencentrale, goed en bekrachtigde de gunning door deze dienst aan de tijdelijke handelsvennootschap 'Belfius Insurance - Ethias - lokale contractanten'.

Met invoering van de wet van 30 maart 2018, kunnen lokale besturen een korting op hun responsabiliseringsbijdrage krijgen wanneer ze een tweede pensioenpijler aan al hun contractueel personeel toekennen die aan de wettelijke voorwaarden voldoet.
Om de korting in het jaar 2019 te krijgen moet een bestuur in 2019 een aanvullend pensioen toekennen en moet de overheidswerkgever dit aan alle contractanten toekennen.
Vanaf 2020 wordt er een minimumpercentage opgelegd en moet de tweede pensioenpijler minstens 2 % bedragen, vanaf januari 2021 minstens 3 %.

De financiële korting bedraagt ten hoogste de helft van de bijdrage van de tweede pensioenpijler, tot maximum 6 % van de pensioenbijdrage. Deze wordt afgetrokken van de responsabiliseringsbijdrage.

Aangezien het bestuur reeds een responsabiliseringsbijdrage betaalt en deze de komende jaren blijvend zal stijgen volgens de prognose van de Federale Pensioendienst, is het wenselijk om het percentage van de tweede pensioenpijler m.i.v. 1 januari 2020 op te trekken.

Het bestuur besliste met de invoering van het personeelsbehoefteplan om de statutaire tewerkstelling af te bouwen. Omwille van deze afbouw wil het bestuur extra middelen vrij maken en deze investeren in de contractuele tewerkstelling, met name de verhoging van de tweede pensioenpijler.

Het dossier werd gunstig geadviseerd door het college op 14 oktober 2019 en voorgelegd aan het Bijzonder Onderhandelings- en Overlegcomité op 29 november 2019.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het voorstel van wijziging van het percentage van de tweede pensioenpijler goed te keuren.

Juridische gronden

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van o.a. gemeentepersoneel.

De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 11 december 2008, en latere wijzigingen.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, en alle latere wijzigingen.

De gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2018 houdende de vaststelling van de personeelsformatie, en alle  latere wijzigingen.

De gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2010 houdende het aanvullend pensioenstelsel contractanten.

De wet van 30 maart 2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als niet vastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen.

Het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008.

De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit.

De wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.

De wet van 24 oktober 2011 betreffende "de hervorming van de financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en lokale besturen".

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met volgende verhoging van de pensioentoelage voor de contractuele personeelsleden:

  • 3 % van het pensioengevend jaarloon met ingang vanaf 1 januari 2020.