Deze belasting wordt historisch ingekohierd op basis van een aangifteformulier. Uit vele reacties van belastingplichtigen blijkt dat zij de aangifte overbodig en lastig vinden gezien de gegevens waarop belast wordt niet snel veranderen. Het is ook de wil uit het bestuursakkoord om de fiscaliteit te vereenvoudigen. Het sjabloon van belastingreglement van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) geeft de mogelijkheid om volgende bepaling in te voeren “De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.” Deze bepaling is tot op heden niet in onze reglementen opgenomen maar willen we nu wel invoeren.
Het dossier werd besproken op de commissie bestuurlijke en administratieve organisatie van 12 december 2019.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
De financiële toestand van de gemeente.
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse belasting geheven op de olie-, benzine- of andere brandstofverdelingsapparaten, welke op het grondgebied van de gemeente langs de openbare weg, al dan niet op privéterrein zijn opgesteld, en gebruikt worden tot bevoorrading van aanrijdende motorvoertuigen.
De belasting wordt vastgesteld per brandstofslang. Met brandstofslang wordt de leiding bedoeld waarmee de brandstof uit het verdelingsapparaat naar het voertuig geleid wordt. Voor een apparaat met meerdere brandstofslangen is de belasting per brandstofslang verschuldigd.
De belasting is vastgesteld op € 125,00 per jaar en per brandstofslang.
De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, ongeacht de datum van plaatsing of eventuele verwijdering van de brandstoftoestellen.
De belasting is niet verschuldigd:
a) voor de toestellen die niet voor publieke bevoorrading gebruikt worden.
b) voor de toestellen die zich in een privé-eigendom, bv. in een garage of dergelijke inrichting bevinden en voor zover die niet zichtbaar zijn van buitenuit en niet voor de bevoorrading van aanrijdende voertuigen worden aangewend. Bedoeld privé-eigendom mag geen enkele aanduiding naar buiten dragen, die wijst op de verkoop van brandstof.
c) voor de brandstofslangen die milieuvriendelijke alternatieve brandstoffen aanbieden, zoals Ad Blue pompen, LNG, CNG en H2 (waterstof) en elektrische laadpalen.
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het brandstofverdelingsapparaat.
De belastingplichtige is ertoe gehouden jaarlijks het aangifteformulier in te dienen bij het gemeentebestuur uiterlijk op de vervaldatum vermeld op het aangifteformulier. Dit formulier wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
De aangifte blijft gelden tot zolang het gemeentebestuur in kennis gesteld wordt van de buitengebruikstelling.
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Bij gebrek van een aangifte binnen de gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar of beroep.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te betrokkenen.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.
Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Huidig reglement heft alle vorige reglementen betreffende hetzelfde onderwerp op.