2019_GR_00324 - Retributiereglement op administratieve stukken en inlichtingen - goedkeuring - Beslissing

De gemeente heeft het recht om een vergoeding te vragen voor de afgifte van allerhande administratieve stukken en voor het verstrekken van een aantal administratieve inlichtingen, mits deze vergoedingen opgenomen zijn in een reglement. Tot op heden werd dit geregeld via een belastingreglement op de afgifte van administratieve stukken en via een retributiereglement op administratieve stukken en inlichtingen. Conform de bepalingen van de nieuwe Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit, wordt voorgesteld om beide reglementen op te heffen en de inhoud ervan samen te voegen in één nieuw retributiereglement, voor zowel de afgifte van administratieve stukken en voor het verstrekken van administratieve inlichtingen. In het ontwerp van reglement werd overigens zoveel als mogelijk de structuur van deze Omzendbrief Gemeentefiscaliteit gevolgd.

Inhoudelijke wijzigingen

Wat betreft de identiteitskaarten (eiD), vreemdelingenkaarten (EVK), Kids-iD, visumaanvragen en verblijfsaanvragen, is de eerste wijziging van tarief het optrekken van de retributie voor het identiteitsbewijs voor niet-Belgische kinderen jonger dan 12 jaar van 1,24 euro naar 2 euro. Hiermee wordt het maximumtarief, o.a. vastgesteld door de Omzendbrief Gemeentefiscaliteit gerespecteerd. Daarnaast worden de tarieven voor eiD en EVK opgetrokken met twee euro. De aangepaste regeling voor het vernieuwen, het verlengen of vervangen van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister voor tijdelijk verblijf, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 28 februari 2018 blijft behouden. Ook de praktijk waarbij er geen retributie verschuldigd is, wanneer de chip van een elektronische kaart om technische redenen loskomt, blijft behouden. Conform de onderrichtingen van de federale overheid wordt de gewone spoedprocedure geschrapt.

Voor de paspoorten verandert er niets, met uitzondering van het toevoegen van de gelijkschakeling met de reispassen voor o.a. Belgen in het buitenland en het toevoegen van een tarief voor een superdringende spoedprocedure. Het tarief van de rijbewijzen wordt, zoals bij de identiteitskaarten, verhoogd met twee euro. De uitzondering waarbij er géén retributie wordt geheven op de verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs cat. A3, A, B, B+ E, en G (groep 1) om medische redenen, blijft behouden. Ook wat betreft de voornaamswijzigingen en de andere documenten, verandert er niets. Bij de administratieve inlichtingen worden de tarieven geschrapt voor genealogische inlichtingen en onderzoek in de archieven, omdat dit in de praktijk niet wordt toegepast.

De voornaamste wijziging binnen het nieuwe reglement is het gratis maken van de afschriften en uittreksels uit registers van de burgerlijke stand, het bevolkingsregister en het strafregister, en van de legalisaties. De motivering hiervoor is drieledig. Ten eerste heeft de Raad van State in verschillende arresten bevestigd dat dergelijke documenten bestuursdocumenten zijn, waarvoor er enkel een beperkte vergoeding mag worden gevraagd, ter waarde van de prijs van het papier en de inkt voor het afdrukken. Personeelskosten mogen niet worden doorgerekend. Dit heeft tot gevolg dat de vergoeding voor één pagina op dit ogenblik een factuur van 0,15 euro zou opleveren. Het afleveren van digitale kopieën moet conform deze arresten van de Raad van State dan ook sowieso gratis gebeuren. Ten tweede wordt op deze wijze het eloket een stuk vereenvoudigd, aangezien er in principe geen betalingen meer moeten gebeuren en de afhandeling dus versneld kan worden. Ten derde kan er door de digitalisering van gegevensbronnen al heel wat informatie van andere websites worden gehaald, ook van de websites van andere gemeenten. Het is niet logisch dat je als burger gratis attesten kan downloaden van de website van de gemeente waar je niet woont, terwijl je moet betalen in de gemeente waar je wel woont.

In vergelijking met de vorige versies worden tot slot een aantal documenten geschrapt uit het reglement, met name de identiteitsstukken. 

Omwille van de stijgingen voor rijbewijzen en identiteitsbewijzen is de minderinkomst beperkt tot een geraamd bedrag van 4.500 euro per jaar. Een beperkte besparing (1500 euro/jaar) is de betaalmodule binnen het eloket, die niet langer noodzakelijk is.

Vrijstellingen

In artikel 4 van het retributiereglement worden een aantal zaken vrijgesteld van de retributie, met als voornaamste dat stukken die ter beschikking worden gesteld aan andere overheden, zeker indien het kadert in een taak van openbare orde en algemeen belang. In het vorige reglement waren er nog een heel deel andere vrijstellingen voorzien. Aangezien echter attesten en uittreksels kosteloos worden, zijn deze vrijstellingen niet meer relevant en kunnen deze dus worden geschrapt.

Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Consulair Wetboek van 21 december 2013, artikel 50 - 67;

Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

Burgerlijk Wetboek, artikel 370/4 e.a.;

Wet van 25 juni 2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft;

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel II.31, tweede lid;

KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar

KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953;

Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;

Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies;

Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten, artikel 2;

De Algemene Onderrichtingen van 27 februari 2009 betreffende het elektronisch identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID);

De omzendbrief van 9 mei 2003 betreffende de afgifte van elektronische identiteitskaarten, en de omzendbrief van 29 oktober 2003 betreffende de productieprocedures en tarieven voor het afleveren van paspoorten;

De omzendbrief met als kenmerk III.21/724/6.129/05 ivm de spoedprocedure voor de elektronische identiteitskaart, alsook de bijhorende technische nota.