Voor een goede ruimtelijke ordening is het noodzakelijk dat er voldoende parkeerplaatsen bij het bouwen van één- en meergezinswoningen, handels - en kantoorgebouwen, enz voorzien worden, zoals bepaald in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening.
Artikel 75 van het Omgevingsvergunningsdecreet laat toe dat financiële en technische lasten worden opgelegd aan de aanvrager van een omgevingsvergunning. Het aanleggen van parkeerplaatsen wordt vaak gekoppeld aan de verkrijging van de vergunning. Als de aanleg van parkeerplaatsen om één of andere reden niet mogelijk is, kan een compenserende belasting geheven worden. Het college van burgemeester en schepenen kan een afwijking op de bepalingen van de verordening toestaan op basis van een gemotiveerde en onderbouwde aanvraag. Van de afwijkingsmogelijkheid kan slechts gebruik gemaakt worden als er duidelijk gemotiveerd kan worden dat de afwijking leidt tot een verhoogde ruimtelijke kwaliteit.
Het dossier werd besproken op de commissie bestuurlijke en administratieve organisatie van 12 december 2019.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
De Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 november 2014 en door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 22 januari 2015.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
De financiële toestand van de gemeente.
Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een eenmalige contantbelasting gevestigd op het ontbreken van parkeerplaatsen bij het optrekken van nieuwe gebouwen en bij het uitvoeren van vergunningsplichtige bestemmingswijzigingen en verbouwingswerken.
De belasting is verschuldigd door de houder van een omgevingsvergunning die op grond van deze vergunning werd vrijgesteld van de verplichting één of meer van de voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen.
De belasting wordt vastgesteld als € 7.500,00 per ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaats, waaronder wordt verstaan: het verschil tussen het aantal plaatsen dat men zou moeten aanleggen conform de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen, en het aantal te realiseren parkeerplaatsen zoals vastgelegd in de definitieve omgevingsvergunning.
De belasting is verschuldigd vanaf het verlenen van de omgevingsvergunning.