Het dossier werd besproken op de commissie bestuurlijke en administratieve organisatie van 12 december 2019.
Het tarief van deze belangrijke belasting blijft ongewijzigd t.o.v. de vorige jaren.
Het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, meer bepaald de artikelen 464 tot 470bis.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit
De financiële toestand van de gemeente.
Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting wordt vastgesteld op 7,4 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.