Op de Garebaan parkeren zich regelmatig wagens vlak voor of na de oversteekplaats voor voetgangers. Dit belemmert het zicht van de overstekende schoolkinderen op het aankomende verkeer, maar op hun beurt zijn zij niet goed zichtbaar voor autobestuurders.
Om deze situatie veiliger te maken, wordt voorgesteld om een bijkomende verkeersgeleider aan te brengen achter de oversteekplaats voor voetgangers. Bestuurders mogen niet rijden over deze markeringen. Parkeren ter hoogte van de geleider kan in de situatie op de Garebaan dus niet, want het zou de rijbaan te smal maken.
Artikel 159, artikel 162 en artikel 190 van de grondwet.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Wet van 18 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Wegmarkering Garebaan - gemeenteweg:
Ter hoogte van het kruispunt Garebaan / H. Vanhouchestraat wordt een verkeersgeleider aangebracht.
De bepaling van artikel 1 wordt ter kennis gebracht van de weggebruiker door de verkeersgeleider middels doorlopende witte streep af te bakenen en van witte evenwijdige schuine strepen te voorzien (art. 77.4).
Onderhavig aanvullend verkeersreglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid.