Terug
Gepubliceerd op 26/02/2021

2021_GR_00040 - Verblijfsbelasting (2021-2025) - Beslissing

gemeenteraad
do 25/02/2021 - 20:00 raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Siebe Ruykens; Bart Keymolen; Jan Desmeth; Gunther Coppens; An Speeckaert; Herwig Smeets; Marleen De Kegel; Jean Cornand; Kathleen D'Herde; Wim Peeters; Georgios Karamanis; Lydie De Smet; Eddy Longeval; Michel Miedzinski; Guy Jonville; Nicole Billens; Gust Crabbe; Raimondo Palermo; Godefroid Pirsoul; Ann De Ridder; Brahim Harfaoui; Olivier Huygens; Natacha Martel; Veerle Seré; Jeroen Tiebout; Betty Willems; Jeroen Steeman; Lucien Wauters; Walter Vastiau

Afwezig

Annie Mathieu; Aurore Vanden Meersche; Kim Paesmans

Secretaris

Walter Vastiau

Voorzitter

Siebe Ruykens
2021_GR_00040 - Verblijfsbelasting (2021-2025) - Beslissing 2021_GR_00040 - Verblijfsbelasting (2021-2025) - Beslissing

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0004

Aanleiding en motivering

De gemeente levert inspanningen voor veiligheid en verfraaiing van de gemeente en hiervoor wordt een redelijke bijdrage gevraagd. 

Sinds 2020 werd het reglement aangepast naar een vast bedrag/kamer/jaar, ongeacht de bezetting. Het spreekt voor zich dat in deze tijden waarin er nog steeds een lockdown is en de grenzen gesloten zijn voor toeristische reizen, er nauwelijks bezetting is in de toeristische logies in onze gemeente. Het toepassen van het  jaarforfait zou voor deze ondernemers zeer zwaar doorwegen. 

Juridische gronden

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.

Decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, hierna genoemd "decreet".

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, hierna genoemd "besluit".

Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit.

De financiële toestand van de gemeente.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Met behoud van de toepassing van de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad om politieverordeningen vast te stellen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente.

Besluit

De gemeenteraad keurt eenparig het volgende besluit goed.
De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd ten laste van natuurlijke of rechtspersonen die: 

  • logies te huur en stellen zoals omschreven in “het decreet” en die voldoen aan de omschrijving , zoals vermeld in artikelen 7, 8 en 9 van het besluit, met inbegrip van deze die via een internetplatform worden verhuurd. 
  • woongelegenheden te huur stellen op het grondgebied van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw  voor het verblijf van personen die niet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente of het vreemdelingenregister.

Artikel 2

De belasting is verschuldigd door de persoon die het logies of de woongelegenheid verhuurt.

De belasting is per kwartaal verschuldigd. Indien de natuurlijke of rechtspersoon uit artikel 1 zijn activiteiten stopt of overgeeft in de loop van een kwartaal wordt de belasting berekend op grond van het aantal maanden uitbating in dat kwartaal. Een begonnen maand zal als een volledige maand aanzien worden.

Artikel 3

De belasting wordt vastgesteld al volgt: 

1.kamers conform de in artikel 7, 8 en 9 van “het uitvoeringsbesluit” omschreven logies

voor de 1e t.e.m. de 20e kamer:  250,00 euro/verhuureenheid/jaar

vanaf de 21e kamer: 1.300,00 euro/verhuureenheid/jaar 

2. woongelegenheden voor het verblijf van personen die niet ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister:  125,00 euro/verhuureenheid/jaar.

Artikel 4

Zijn van de belasting vrijgesteld: 

  • ziekenhuizen en rust- en verzorgingsinstellingen;
  • internaten van onderwijsinstellingen;
  • de belastingplichtige die gedomicilieerd is op het adres en die woongelegenheid of kamers in die woongelegenheid niet langer dan één maand op een kalenderjaar te huur stelt of verhuurt.

Artikel 5

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening op de tweede verblijven, is alleen de belastingverordening op tweede verblijven van toepassing.

Artikel 6

Iedere natuurlijke of rechtspersoon uit artikel 1 van dit reglement dient binnen de maand na het begin van zijn activiteit, of binnen de maand na de inwerkingtreding van huidig reglement de gemeente op de hoogte te stellen van het aantal beschikbare kamers en/of wooneenheden volgens “het besluit”, artikelen 7,8 en 9.

Een aangifteformulier wordt ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur.

De belastingplichtige is gehouden, binnen de maand na de wijziging terzake, elke wijziging van toestand aan te geven aan de Gemeente die van belang is voor de berekening van de belasting. 

Bij gebrek van een aangifte binnen de gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar.  Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te betrokkenen.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

Artikel 7

Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening op de tweede verblijven, is alleen deze verordening van toepassing.

Artikel 8

Tijdelijke maatregel :

Voor  de eerste 6 maanden van het aanslagjaar 2021 zal de berekening van de belasting als volgt gebeuren: de belasting zal berekend worden op basis van de reële bezetting a rato van 2 euro per persoon per nacht. De belastingplichtigen zal gevraagd worden voor deze maanden een aangifte in te dienen. Bij gebreke van aangifte binnen de maand na een laatste schriftelijk verzoek bij aangetekend schrijven, zal de belasting forfaitair berekend worden a rato van 1/12e van het normale jaarbedrag per maand waarvoor geen aangifte is gedaan.

Artikel 9

Huidig reglement heft alle vorige reglementen betreffende hetzelfde onderwerp op.