OCMW Sint-Pieters-Leeuw sloot op 11 juni 2019 een aankoop-/verkoopbelofte (de “Overeenkomst”) met IPON en I&S CONSTRUCT (de “Private partij”), m.b.t. een projectzone met (o.a.) op te richten assistentiewoningen en parking (de “Onroerende Goederen”). Eind september deelde de Private partij mee dat de opschortende voorwaarden uit de Overeenkomst niet meer tijdig kunnen worden vervuld en er geen geldige koop-verkoopovereenkomst meer tot stand kan komen. Gelet de huidige economische marktomstandigheden (o.a. sterke stijging van de bouwkosten), achtte de Private partij het onmogelijk om de Onroerende Goederen (tijdig) te realiseren en te vervreemden aan de initiële prijs uit de Overeenkomst.
Na het inwinnen van juridisch advies bleken de juridische slaagkansen om van de Private partij een uitvoering van de initiële afspraken af te dwingen onzeker. Op basis van soortgelijke precedenten uit recente rechtspraak kan immers niet volledig worden uitgesloten dat het OCMW in geval van een juridisch conflict zou kunnen worden verplicht door een rechter tot heronderhandeling of matiging van de huidige contractuele afspraken, en dit op basis van de rechtsbeginselen van het verbod op rechtsmisbruik resp. de uitvoering ter goeder trouw van overeenkomsten.
De Private partij was echter bereid de Onroerende Goederen te realiseren en te vervreemden mits herziening van de contractuele modaliteiten. De ideale ligging van de projectzone van de Private partij (belendend aan en met doorsteek naar het huidige Woonzorgcentrum Zilverlinde), evenals het feit dat de oprichtingswerken voor het complex van assistentiewoningen reeds zijn gevorderd en de opportuniteit voor het OCMW om -op dergelijke korte termijn- een nieuw complex assistentiewoningen in Sint-Pieters-Leeuw te kunnen aanbieden, maken dat de Private partij zich in een unieke positie bevindt om de Onroerende Goederen aan het OCMW te verkopen. Aldus werden er gesprekken opgestart met de Private partij, niettemin rekening houdend met het voorziene financiële budget voor het OCMW.
Op basis van voornoemde gesprekken werd een principeovereenkomst voorgelegd aan en goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn van januari 2023. Hierin werd voorzien in twee pistes: één waarbij een (publieke) partner samen met het OCMW het geheel van de GAW Zuunhof zou aankopen, en een tweede waarbij 15 assistentiewoningen door de ontwikkelaar publiek zouden worden verkocht. In beide scenario's zouden er 30 assistentiewoningen worden aangeboden, met één beheerder en met dezelfde prijzen voor gelijkaardige woningen, ongeacht de eigenaar. Voor alle 30 assistentiewoningen zal het toewijzingsreglement van het OCMW van toepassing zijn, met uitzondering van de private assistentiewoningen die door de eigenaar(s) zelf zouden worden bewoond.
Begin april 2023 werd duidelijk dat piste twee van toepassing zou worden. Op basis van deze piste werd een definitieve koopovereenkomst opgesteld, die wordt voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze vervangt alle vorige overeenkomsten tussen het OCMW en de ontwikkelaar. Tevens van toepassing hierop zijn de hoofd- en deelbasisaktes van de mede-eigendommen die reeds notarieel werden verleden.
Het aan te kopen deel van de GAW Zuunhof zal bestaan uit volgende elementen:
De eigendom zal pas overgaan naar het OCMW vanaf de notariële akte, die zal verleden worden binnen 1 maand na de voltooiing van de onroerende goederen, uiterlijk 30 april 2024. Vanaf 1 juni 2024 zullen deze dan kunnen worden uitgebaat als groep van assistentiewoningen.
Burgerlijk wetboek, o.a. artikel 5.74 en Boek 3 'Goederen'.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aankoop van de GAW Zuunhof, conform de bepalingen vastgesteld in de koopovereenkomst die integraal deel uitmaakt van dit besluit, goed.
Het bestuur verklaart het in artikel 1 vermelde onroerend goed aan te kopen voor openbaar nut.