De notulen van de openbare zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 mei 2023 worden ter goedkeuring voorgelegd.
De notulen zijn raadpleegbaar via de raadpleegomgeving.
De notulen liggen ook ter inzage op het secretariaat.
De audio opname is raadpleegbaar op hierna vermelde link: https://www.sint-pieters-leeuw.be/downloads/audio-opname-rmw-van-25-mei-2023
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 32 volgens artikel 74 DLB.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 mei 2022, in het bijzonder hoofdstuk 8, artikel 42 tot 44.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de openbare vergadering van 25 mei 2023 goed.
De akte van voordracht van de kandidaat-leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst werd door de lijstenverbinding N-VA en CD&V overhandigd aan de algemeen directeur op 9 december 2020.
Tijdens de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn op 17 december 2020 werden de leden van het comité voor de sociale dienst verkozen op basis van vermelde voordrachtakte.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd akte te nemen van het einde van het mandaat van mevrouw Fatma Balkis als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst ingevolge haar overlijden op 25 mei 2023.
De bovenvermelde voordrachtakte vermeldt voor mevrouw Fatma Balkis geen opvolger.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 97 tot 103.
De omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 - Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 december 2020 houdende voordracht lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Onderzoek van de geloofsbrieven en verkiezing - Beslissing
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van het einde van het mandaat van mevrouw Fatma Balkis als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst, op 25 mei 2023, ingevolge haar overlijden.
De raad nam in zitting van heden kennis van het einde van het mandaat van mevrouw Fatma Balkis als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst ingevolge haar overlijden.
De raad nam in zitting van heden kennis dat er geen opvolger werd aangeduid.
Als gevolg hiervan kunnen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de lijst of groep van lijsten die de betreffende leden hebben voorgedragen, samen een kandidaat-lid en een of meer kandidaat-opvolgers voordragen.
Op 20 juni 2023 werd door de lijstenverbinding N-VA en CD&V een akte van voordracht overhandigd aan de algemeen directeur waarbij de heer Wouter Suenens werd voorgedragen als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
De akte van voordracht werd ter zitting overhandigd aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Uit nazicht door de voorzitter blijkt dat de akte van voordracht ondertekend is door de meerderheid van de verkozenen van dezelfde lijst die aan de verkiezingen hebben deelgenomen.
Uit nazicht door de voorzitter blijkt dat de akte van voordracht aan alle voorwaarden voldoet.
De ingediende akte van voordracht is ontvankelijk en de kandidaat kan dus verkozen verklaard worden.
De effectieve aanstelling van de heer Wouter Suenens kan echter enkel door de raad voor maatschappelijk welzijn gebeuren, na verificatie en goedkeuring van de geloofsbrieven.
Uit onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat de heer Wouter Suenens voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevinden.
Volgens artikel 96 van het DLB zal de heer Wouter Suenens de decretaal voorgeschreven eed afleggen in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn in aanwezigheid van de algemeen directeur: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen". Hiervan wordt een proces-verbaal opgemaakt dat wordt ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur en aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst wordt bezorgd.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikelen 87 tot 103.
De omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 - Start van de lokale en provinciale bestuursperiode.
De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van heden houdende kennisgeving van het einde van het mandaat van een lid van het bijzonder comité sociale dienst ingevolge overlijden.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de geloofsbrieven van de heer Wouter Suenens goed.
De heer Wouter Suenens wordt verkozen verklaard als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Neemt kennis van de eedaflegging van de heer Wouter Suenens ten overstaan van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen".
Van de eedaflegging wordt een proces-verbaal opgemaakt ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en door de algemeen directeur. Deze wordt bezorgd aan de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Het decreet van 3 februari 2023 wijzigt artikel 39 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 voor wat betreft de oprichting van een deontologische commissie bij de gemeenteraad en de districtsraden.
Ingevolge artikel 2 van dit wijzigingsdecreet moeten lokale bestuur die nog geen deontologische commissie hebben, er een oprichten.
De deontologische commissie is bevoegd voor:
De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 25 mei 2023 hebben de gewijzigde tekst van de deontologische code voor lokale mandatarissen, door deze raden vastgesteld op 31 januari 2019, goedgekeurd.
De regels betreffende de samenstelling van de deontologische commissie werden opgenomen in de deontologische code.
De samenstelling van de deontologische commissie is dezelfde als de commissie mens, samenleving en ruimte en de commissie bestuurlijke en administratieve organisatie, vastgesteld in het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de raad op 31 januari 2019.
De voorzitter van de raad wordt als voorzitter van de deontologische commissie toegevoegd. Daarenboven moet elke fractie vertegenwoordigd zijn in de deontologische commissie.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Raadsbeslissing van 25 mei 2023 houdende deontologische code voor lokale mandatarissen.
Met algemene stemmen wordt de deontologische commissie opgericht.
De in artikel 1 vermelde commissie wordt samengesteld overeenkomstig het huishoudelijk reglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 31 januari 2019 en gewijzigd op 22 mei 2022. Elke fractie moet vertegenwoordigd zijn in de deontologische commissie. De voorziiter van de gemeenteraad wordt als voorzitter van de deontologische commissie toegevoegd.
Er wordt akte genomen van de samenstelling van de deontologische commissie, zoals hierna vermeld:
N-VA:
Voorgedragen kandidaten:
Jan Desmeth
Herwig Smeets
Marleen De Kegel
Gunther Coppens
Jeroen Tiebout
Kim Paesmans
Plaatsvervanger:
Gust Crabbe
CD&V:
Voorgedragen kandidaten:
Brahim Harfaoui
Ann De Ridder
Lucien Wauters
Wim Peeters
Plaatsvervanger:
Bart Keymolen
Vooruit:
Voorgedragen kandidaat:
Guy Jonville
Open Vld:
Voorgedragen kandidaat:
Kathleen D'Herde
Vlaams Belang:
Voorgedragen kandidaat:
Eddy Longeval
PF:
Voorgedragen kandidaat:
Jean Cornand
Lydie De Smet
Georgios Karamanis
Michel Miedzinski
Gemeentebelangen:
Daniel De Maeght
Groen:
Voorgedragen kandidaten:
Jeroen Steeman
Plaatsvervanger:
Ann Verheyen
In het kader van de opdracht “Aankoop meubilair inrichting lokaal dienstencentrum” werd een bestek met nr. 2023-358 opgesteld door de ontwerper.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (Aankoop meubilair polyvalente zaal en onthaal), raming: € 19.834,71 excl. btw of € 24.000,00 incl. 21 % btw;
* Perceel 2 (Aankoop meubilair vormingslokalen), raming: € 16.942,14 excl. btw of € 20.500,00 incl. 21 % btw;
* Perceel 3 (Aankoop bureelmeubilair), raming: € 3.305,78 excl. btw of € 4.000,00 incl. 21 % btw;
* Perceel 4 (Aankoop terrasmeubilair), raming: € 5.785,12 excl. btw of € 7.000,00 incl. 21 % btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 45.867,75 excl. btw of € 55.500,00 incl. 21 % btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Het bestek met nr. 2023-358 en de raming voor de opdracht “Aankoop meubilair inrichting lokaal dienstencentrum”, opgesteld door de ontwerper worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 45.867,75 excl. btw of € 55.500,00 incl. 21 % btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2023, op budgetcode 2210007/07/0951/99.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 677.685,93 excl. btw of € 820.000,00 incl. 21 % btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling.
Deze raming overschrijdt de limieten van de Europese bekendmaking.
Gemeente Sint-Pieters-Leeuw treedt op als aankoopcentrale voor OCMW Sint-Pieters-Leeuw, PEVA Sint-Pieters-Leeuw en AGB Sint-Pieters-Leeuw bij de gunning en de uitvoering van de opdracht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 38, § 1, 1° c) (voorafgaande onderhandelingen noodzakelijk wegens specifieke omstandigheden), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°a (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbesteders).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Het lastenboek “Verzekeringsportefeuille GEM, OCMW, AGB en PEVA”, opgesteld door AON wordt goedgekeurd. De raming bedraagt € 677.685,93 excl. btw of € 820.000,00 incl. 21 % btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de mededingingsprocedure met onderhandeling.
In toepassing van artikel 2, 6°a en 7°a van de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten, zal Gemeente Sint-Pieters-Leeuw optreden als aankoopcentrale in die zin dat ze leveringen en/of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden of aanbestedende entiteiten, meer bepaald : OCMW Sint-Pieters-Leeuw, PEVA Sint-Pieters-Leeuw en AGB Sint-Pieters-Leeuw.
Het college van burgemeester en schepenen zal belast worden met de goedkeuring van de selectie van de kandidaten die zullen worden uitgenodigd om een offerte in te dienen conform de lastvoorwaarden.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in exploitatiebudget onder budgetcodes 6120300/0190, 6230300/0112.
In zitting van 26 januari 2023 sloot het OCMW Sint-Pieters-Leeuw een principeovereenkomst af over de aankoop van assistentiewoningen die in aanbouw zijn naast woonzorgcentrum Zilverlinde. Van de 30 assistentiewoningen in aanbouw zullen er 15 worden aangekocht door het OCMW maar alle 30 assistentiewoningen zullen gezamenlijk worden uitgebaat als één Groep van Assistentiewoningen.
Vooraleer het OCMW deze assistentiewoningen mag uitbaten als een Groep van Assistentiewoningen (GAW), moeten deze erkend worden door het Agentschap Zorg en Gezondheid. Hiertoe dient er een officiële beslissing te worden genomen om de erkenning aan te vragen en de voorziening uit te baten.
Voorgesteld wordt om daarnaast het vast bureau te machtigen om tevens een voorafgaande vergunning aan te vragen voor de GAW Zuunhof indien dit, om bijvoorbeeld fiscale redenen, noodzakelijk zou blijken.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om een erkenning aan te vragen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid voor de uitbating van de Groep van Assistentiewoningen Zuunhof, bestaande uit 30 assistentiewoningen.
De raad voor maatschappelijk welzijn machtigt het vast bureau om, indien dit noodzakelijk zou blijken, een voorafgaande vergunning aan te vragen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid voor de GAW Zuunhof.
De raad voor maatschappelijk welzijn dient de dagprijzen te bepalen voor de Groep van Assistentiewoningen Zuunhof. Deze dagprijzen bestaat uit de kost voor de zorg en ondersteuning (ten voordele van de uitbater, i.e. het OCMW) en de kost voor het genotsrecht (ten voordele van de eigenaar, i.e. het OCMW of de private eigenaar). Deze dagprijzen zullen worden verwerkt in de af te sluiten opnameovereenkomsten.
De kost voor ondersteuning dekt volgende zaken:
Volgende zaken zitten niet vervat in de zorg- en ondersteuningskost (niet-limitatief):
De kost voor het genotsrecht dekt volgende zaken (met uitsluiting van kosten eigen aan de eigenaar):
Volgende kosten m.b.t. het genotsrecht zijn niet inbegrepen in de dagprijs (niet-limitatief):
De in het besluit bepaalde prijzen zijn deze die zullen gelden op het moment van de ingebruikname (1 juni 2024). Deze kunnen pas ten vroegste na 1 jaar (dus vanaf 1 juni 2025) worden geïndexeerd. Dit geeft duidelijkheid aan de toekomstige bewoners.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van 28/6/2019 van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
Ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang
Open Vld verzoekt de raad om de punten 8 tot en met 11 uit te stellen en volledig en gezamenlijk voor te leggen aan de raad van september. Er ontbreken nu nog duidelijk zaken zoals de afsprakennota die in september wordt voorgelegd en vandaag om 17u30 wordt nog gevraagd om een artikel toe te voegen aan punt 10.
Stemverklaring van mevrouw Kathleen D'Herde, Open Vld: "We moeten ook voor de 15 assistentiewoningen regels uitwerken en daarom stemt Open VLD voor."
De dagprijs voor een assistentiewoning wordt bepaald door de som van de kost voor de zorg en ondersteuning en de kost voor het genotsrecht.
De kost voor de zorg en ondersteuning in GAW Zuunhof bedraagt:
De kost voor het genotsrecht in GAW Zuunhof bedraagt:
Deze kost wordt niet aangerekend als een eigenaar de eigen assistentiewoning bewoont.
Bovenstaande bedragen gelden met ingang van 1 juni 2024 en kunnen maar worden geïndexeerd vanaf 1 juni 2025.
Om de contractuele verhouding tussen de Groep van Assistentiewoningen (GAW) Zuunhof en de toekomstige bewoners vast te leggen dient er een opnameovereenkomst en een afsprakennota te worden opgemaakt.
Het ontwerp van afsprakennota, waarin onder meer bepalingen over de brandprocedure en de klachtenprocedure in zijn vervat, zal in het najaar worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Deze afsprakennota moet maar op het moment van opname aan de bewoner worden overhandigd.
Het ontwerp van opnameovereenkomst wordt echter nu reeds voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aangezien in de opnameovereenkomst onder meer de opnameprocedure wordt bepaald en bijgevolg de wijze en voorrangsregels waarop de toekenning van de assistentiewoningen aan kandidaat-bewoners zal gebeuren.
Aangezien 15 van de 30 assistentiewoningen in Zuunhof een private eigenaar zullen hebben, die bijgevolg een voorrangsrecht krijgen voor bewoning van hun eigen AW, dient de opnameprocedure van Van Parys hieraan te worden aangepast. De voornaamste wijzigingen zijn:
Naast de voorrangsregeling zijn in de opnameovereenkomst tevens de andere wettelijk verplichte bepalingen opgenomen. In de definitieve versie van de overeenkomst zullen nog een aantal gegevens worden aangevuld, zijnde de gegevens van de aan te stellen woon-assistent en de aan te stellen dienstverleners voor crisiszorg en overbruggingszorg.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.
De opnameovereenkomst voor GAW Zuunhof, zoals gevoegd als bijlage, wordt goedgekeurd.
Binnen de GAW Zuunhof zullen er 15 van de 30 assistentiewoningen een private eigenaar hebben. Teneinde de volledige GAW als één geheel te laten uitbaten, dienen de verschillende individuele eigenaars een mandaat te geven aan het OCMW. Er mag voor één assistentiewoningen, cfr. het Woonzorgdecreet, namelijk maar één enkele overeenkomst worden afgesloten met de bewoner voor zowel het verblijfsgenot en de dienstverlening.
Het doel van deze overeenkomst is dan ook dat de eigenaars aan het OCMW deze assistentiewoningen (optioneel: en parkeerplaats(en)) ter beschikking stellen, die het beheer ervan voor haar rekening zal nemen, zodat aan de vereiste erkenningsvoorwaarden als bedoeld in het Woonzorgdecreet en haar uitvoeringsbesluiten kan worden voldaan. Dit beheer bestaat onder meer uit het toekennen van het genotsrecht van de assistentiewoning (optioneel: en het verhuren van parkeerplaats(en)) aan bewoners, en het garanderen van basiszorgen (zoals noodoproepsysteem, permanentie, crisis- en overbruggingszorg, een woonassistent, e.d.m.), eventuele facultatieve zorgen en het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van de mede-eigendom.
In deze overeenkomst zijn de bepalingen opgenomen over de eigen bewoning door de eigenaar, waarnaar in de opnameovereenkomst wordt verwezen, een aantal kennisgevingsverplichtingen, de regeling voor de verblijfsvergoeding en de rechten en plichten van de eigenaars(s)
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.
Omzendbrief WVG/2015/01 met betrekking tot het mandaat geven voor een assistentiewoning.
Ter zitting wordt de toevoeging aanvaard van de hieronder opgenomen tekst aan artikel 2.1.1.. Deze toevoeging werd voorafgaande aan de raadszitting door de algemeen directeur overgemaakt aan de raadsleden.
“De beheersinstantie verbindt zich ertoe om de toebedeling van het recht op verblijf aan kandidaat-bewoners op die manier te laten verlopen dat dit recht om een unit te verblijven beurtelings wordt toegekend voor de units van gebouw B enerzijds en gebouw C anderzijds. Met andere woorden, indien de beheersinstantie het recht op verblijf heeft toebedeeld aan een kandidaat-bewoner met betrekking tot een unit uit gebouw B, dan zal zij daaropvolgend het recht op verblijf toebedelen aan een kandidaat-bewoner met betrekking tot een uit gebouw C, enzovoort.”
De terbeschikkingstellingsovereenkomst tussen het OCMW en de private eigenaars binnen GAW Zuunhof, zoals gevoegd als bijlage, wordt goedgekeurd.
Binnen de GAW Zuunhof zullen er 15 van de 30 assistentiewoningen een private eigenaar hebben. Aangezien hierdoor een mede-eigendom ontstaat, zal er een syndicus moeten worden aangesteld. De overeenkomst die wordt voorgelegd bevat de afspraken tussen het OCMW, als uitbater van de GAW, en de syndicus aangezien er een aantal overlappende bevoegdheden zijn.
Deze overeenkomst zal als bijlage bij de basisakte van de vereniging van mede-eigenaars worden gevoegd.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van mantelzorgers en gebruikers.
Omzendbrief WVG/2015/01 met betrekking tot het mandaat geven voor een assistentiewoning.
De exploitatieovereenkomst tussen het OCMW en de syndicus binnen GAW Zuunhof, zoals gevoegd als bijlage, wordt goedgekeurd.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt een samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Sint-Pieters-Leeuw en OCMW Beersel voorgelegd met betrekking tot het samen organiseren van de bedeling van maaltijden aan huis.
Het doel van deze samenwerking is om op een zo kwalitatief en efficiënt mogelijke wijze deze dienst te kunnen organiseren binnen een OCMW, aangezien hierdoor een bijzondere nadruk kan worden gelegd op sociale controle bij kwetsbare inwoners, welke minstens even belangrijk is dan het leveren van de maaltijden op zich. Door op regelmatige basis bij de afnemers van de maaltijden aan huis te gaan, kunnen snel probleemsituaties worden vastgesteld en worden doorgegeven aan de diensten van de lokale besturen en eventueel aan andere instanties inzake hulpverlening. Deze eerstelijnsfunctie is een taak van openbaar belang.
Het behandelen van de aanvragen en de facturatie zal gebeuren door elk OCMW voor het grondgebied van de eigen gemeente. De opmaak van de menu's en de opvolging van de dienstverlening gebeurt door de beide OCMW's samen. Het OCMW Sint-Pieters-Leeuw zal, vanuit de centrale keuken van het woonzorgcentrum, instaan voor de aankoop van de producten, het produceren van de maaltijden en de levering van de maaltijden bij de bewoners en zal hiervoor een kost factureren aan het OCMW Beersel die afhankelijk is van het totaal aantal geleverde maaltijden binnen de beide gemeenten.
Deze samenwerking wordt beschouwd als een niet-geïnstitutionaliseerde horizontale samenwerking, waardoor de wetgeving overheidsopdrachten niet van toepassing is, aangezien aan de drie voorwaarden van artikel 31 Wet Overheidsopdrachten is voldaan:
De overeenkomst zou in werking treden vanaf 1 november 2023 en gelden voor onbepaalde duur.
Aangezien door een stijging van het totaal aantal maaltijden de vaste kosten meer kunnen worden verdeeld, is het mogelijk om de voorziene prijsaanpassing van de maaltijden aan huis van 9,5 euro naar 10 euro, die normaal gezien op 1 januari 2024 inging, te schrappen. Behoudens ernstige stijgingen van de kosten blijft de prijs met ingang van 1 januari 2024 dan ook op 9,5 euro per maaltijd. In Beersel zal bij de start van de samenwerkingsovereenkomst hetzelfde tarief worden toegepast.
Artikel 31 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016
Artikel 78 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019 en uitvoeringsbesluiten
De samenwerkingsovereenkomst tussen OCMW Sint-Pieters-Leeuw en OCMW Beersel met betrekking tot het samen organiseren van de bedeling van maaltijden aan huis wordt goedgekeurd.
Artikel 2 van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 maart 2023 inzake de prijsaanpassing dienst maaltijden aan huis, zijnde de voorziene stijging van 9,5 naar 10 euro, wordt geschrapt.
De heer Georges Malschaert, wijlen bewoner van woonzorgcentrum Zilverlinde, heeft bij onderhands testament een algemeen legaat gegeven aan het woonzorgcentrum (i.c. het OCMW). De heer Malschaert overleed op 28 december 2022.
De notaris die belast werd met de uitvoering van het testament, laat weten dat de nalatenschap een batig saldo van +- 580.000 euro vertoont (onder voorbehoud van wijzigingen). Conform artikel 2.7.4.2.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit is hierop 0% erfbelasting verschuldigd.
Deze middelen kunnen onder meer worden gebruikt om herstellingen aan het gebouw te doen (o.a. een herstelling van het dak) en voor de aanleg van het belevingsterras aan de gesloten afdeling Bloemenbos, waarbij er aandacht zal geschonken worden om mijnheer Malschaert te herdenken.
Teneinde de administratieve afhandeling te vereenvoudigen, is het aangewezen het vast bureau te mandateren om de nodige stappen te zetten voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Vlaamse Codex Fiscaliteit, artikel 2.7.4.2.1
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed dat het OCMW het legaat van de heer Georges Malschaert, overleden te Sint-Pieters-Leeuw op 28 december 2022, aanvaardt.
De raad voor maatschappelijk welzijn mandateert het vast bureau om de aangifte nalatenschap te doen en alles te doen wat nodig is voor de uitvoering van dit besluit.
De algemeen directeur moet jaarlijks aan het vast bureau en aan de raad voor maatschappelijk welzijn rapporteren over het organisatiebeheersingssysteem, uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar. Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van het jaarrapport 2021.
Het ontwerp van het jaarrapport 2022 werd ter bespreking voorgelegd aan het managementteam op 13 juni 2023.
Artikel 217 en volgende van het decreet lokaal bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het rapport 2022 betreffende het organisatiebeheersingssysteem.
De jaarrekening vormt het sluitstuk van de jaarlijkse beleidscyclus. De raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2021 keurde het meerjarenplan 2020-2025 goed. In de loop van 2022 werden alle gekende opbrengsten en kosten geboekt, werden alle financiële verrichtingen verwerkt en werden de nodige eindejaarsverrichtingen gedaan. Hieruit vloeit de rekening voort die ter goedkeuring aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voorgelegd.
Sinds 2020 vormen de gemeente en het OCMW 1 rapporteringsentiteit en maken ze een geïntegreerde jaarrekening. Juridisch blijven het echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening:
Eerst wordt de jaarrekening (deel OCMW) vastgesteld door de OCMW-raad.
Volgens wordt de jaarrekening (deel gemeente) vastgesteld door de gemeenteraad.
Tot slot keurt de gemeenteraad de gezamenlijke jaarrekening goed.
De gemeente financiert de dagelijkse werking van het OCMW via financiële transfers die verrekend worden op de interne rekening courant.
Het Decreet lokaal bestuur.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC), titel 2, hoofdstuk 3, art 17-28,
Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen. (MB BBC)
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het gedeelte OCMW in de geconsolideerde jaarrekening 2022 vast.
De geconsolideerde jaarrekening 2022 sluit af als volgt:
- geconsolideerd budgettair resultaat: 3.162.687,00 euro
- autofinancieringsmarge: 3.755.540,00 euro
De gemeente en de OCMW's hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan.
De raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van het meerjarenplan vaststellen.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de BBC van de lokale en provinciale besturen.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt haar eigen deel in aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025, zoals opgenomen in de beslissing, goed.