2023_GR_00084 - Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen - Aanpassing - Beslissing

De huidige gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake het aanleggen van parkeerplaatsen en fietsenstallingen werd goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27.04.2017.

Volgende aanpassingen worden voorgesteld:

• aanpassingen inzake technische bepalingen, vooral komende uit praktische ervaringen bij de toepassing van de bestaande verordening.
• De gemeente Sint-Pieters-Leeuw kiest voor duurzame mobiliteit. Daarom wordt fietsgebruik nog meer gestimuleerd. Het gebruik van de fiets aanmoedigen begint bij het voorzien van voldoende goede stal- en parkeermogelijkheden voor fietsers.
• Eveneens in het kader van duurzame mobiliteit worden via afwijkingsmogelijkheden maatregelen inzake gedeelde mobiliteit opgenomen. Gedeelde mobiliteit  is immers een belangrijke schakel voor de creatie van een betere leefruimte. Bij het systeem van deelwagens maken meerdere gezinnen en/of rechtspersonen om beurt gebruik van één (of meer) wagen(s) en dit georganiseerd door autodeel-aanbieders met een eigen wagenpark.
• Een andere maatregelen inzake duurzame mobiliteit en zuinig ruimtegebruik is het dubbel gebruik van parkeerplaatsen.
• Deze afwijkingen zijn een exclusieve bevoegdheid van de vergunningverlenende overheid en  aldus geen automatisch recht van de aanvrager van de omgevingsvergunning.

Het ontwerp van aanpassing werd in eerste lezing goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 16 januari 2023.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 6 maart 2023 tot en met 4 april 2023 en aangekondigd  door een bericht in het Belgisch Staatsblad, op de website van de gemeente en in het gemeentelijk infoblad Info Leeuw dat minstens in alle brievenbussen van de gemeente wordt verspreid. 

De provincie Vlaams-Brabant verleende op 10 maart 2023 een gunstig advies zonder bemerkingen.

Het departement Omgeving verleende geen advies.

Op 12 april 2023 verleende de Gecoro een gunstig advies met volgende bemerkingen:

1. Aan het bestuur wordt gesuggereerd om de mogelijkheid te onderzoeken naar het creëren van meer publieke parkeerplaatsen voor mindervaliden in de nabije omgeving van zorgverstrekkers.
2. Het ontwerp van verordening voorziet een te hoge parkeernorm (1 per woning) voor kleine woongelegenheden. Cijfers ( Mobiliteitsrapport Provincie) tonen aan dat er een grote gezinsverdunning bestaat met daaraan gekoppeld lager autobezit. Van alleenstaanden hebben slechts 60% een wagen. Voorstel van aanpassing norm: 2 parkeerplaatsen per schijf van 3 kleine woningen.
3. Voor assistentiewoningen wordt een norm van slechts 1 parkeerplaats/3 entiteiten voorzien. Ouderen zijn ook sterk autoafhankelijk en wellicht is dit cijfer te laag. Kan deze norm verder onderbouwd worden aan de hand van concrete cijfers?
4. Er wordt gevraagd om in de normen een differentiatie op te nemen voor locaties die goed ontsloten zijn door openbaar vervoer (mobiscore) en aldus een lagere behoefte aan parkeerplaatsen hebben.
5. Voor sociale woningen wordt een ratio 1/1 opgelegd. Deze is wellicht hoger dan de reële behoefte. Dit dient onderbouwd te worden aan de hand van concrete cijfers. Ook hier is differentiatie in functie van de ligging aangewezen.
6. In de verordening zijn geen normen opgenomen voor buitenmaatse fietsenstallingen (bakfietsen enz). Een aanvulling gebaseerd op bestaand cijfermateriaal of toepassingen in andere gemeenten enz. is noodzakelijk.
7. Aan het bestuur wordt gevraagd te onderzoeken om het gebruik van collectieve, openbare fietsenstallingen te onderzoeken.

Deze bemerkingen worden als volgt behandeld:

1. Deze opmerking heeft geen betrekking op de parkeerverordening.
2. Er wordt niet ingegaan op dit voorstel. Uit de vergunningspraktijk blijkt dat de voorziene normen in overeenstemming te zijn met de reële noden. De aangepaste verordening voorziet een aantal afwijkingsmogelijkheden tot differentiatie waar dit verantwoord is (ligging van het project, specifiek type of karakter woning, enz).
3. Er wordt niet ingegaan op dit voorstel. De huidige norm voorziet een ratio van ongeveer 50 à 60% (in functie van het totaal aantal assistentiewoningen). Uit recente bevraging dit voldoende te zijn om te voorzien in de reële noden.
4. Er wordt niet ingegaan op dit voorstel. In de aangepaste verordening zijn voldoende afwijkingsmogelijkheden (deelwagens, deelparkeren, enz) opgenomen die een differentiatie in functie van de locatie mogelijk maken.
5. Uit recente bevraging blijkt de ratio 1/1 nog steeds voldoende is om te voorzien in de reële noden.
6. De verordening zal een bijkomende norm opnemen voor buitenmaatse fietsenstallingen. 
7. Deze opmerking heeft geen betrekking op de parkeerverordening.

Tijdens het openbaar onderzoek werd 1 bezwaar ingediend met volgende bemerkingen:

1. Bezoekersparkeren: eerste schijf 5 woongelegenheden vrijstellen
2. Terugbrengen afmetingen 5,25m garages/5,00m staanplaatsen in plaats van algemene norm van 5.50m
3. Autodelen: ook in dorpskernen en hoekpercelen toelaten

Deze bemerkingen worden als volgt behandeld:

1. Er wordt niet volledig ingegaan op dit voorstel. Uit de vergunningspraktijk blijkt dat de voorziene normen in overeenstemming te brengen zijn met de reële noden mits volgend aanpassing: bezoekersparkeren wordt ingevoegd vanaf 3 woonentiteiten
2. Er wordt niet ingegaan op dit voorstel. Een harmonisering van de afmetingen is hier aangewezen.
3. In de aangepaste verordening is de afwijking voor het gebruik van autodelen ook van toepassing in dorpskernen en hoekpercelen.

Het ontwerp van verordening werd besproken in de gemeenteraadscommissie dd. 11 april 2023.

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hoofdstuk 3 Stedenbouwkundige verordeningen, art. 2.3.2. § 2