Naar aanleiding van een aanvraag tot het inrichten van een parkeerplaats voor mensen met een handicap in de nabijheid van de woning, dient gezien de hoogdringendheid van de aanvraag maatregelen genomen te worden om deze op korte termijn in te richten. Het betreft hier volgende locatie:
Voor het nemen van maatregelen tot regeling van niet blijvende of periodieke toestanden, zoals het wijzigen van de verkeerssignalisatie, dient het college van burgemeester en schepenen een tijdelijke politieverordening op het wegverkeer goed te keuren.
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en alle latere wijzigingen.
Wet van 18 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968.
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 betreffende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
In de nabijheid van de woning wordt een parkeerplaats voor een persoon met een handicap ingericht:
De maatregel zoals vervat in artikel 1, wordt ter kennis gebracht middels de borden E9a met onderbord type VIId en GXc '6 m'.
De verkeerstekens waarvan sprake in dit reglement zullen worden geplaatst conform het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de maximum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.